Druk Sectie af
13
Putting greens
Doel van de Regel: Regel 13 is een specifieke Regel voor putting greens. Regel 13 is een specifieke Regel voor putting greens. Putting greens zijn speciaal aangelegd om de bal langs de grond te spelen en er is een vlaggenstok voor de hole op elke putting green, daarom zijn er een aantal verschillende Regels van toepassing dan voor andere gebieden van de baan.
13
Putting greens
13.1

Acties die op putting greens toegestaan of verplicht zijn

Doel van de Regel: Deze Regel staat de speler toe dingen te doen op de putting green die normaal gezien niet toegestaan zijn buiten de putting green. Zo mag die een bal markeren, opnemen, schoonmaken en terugplaatsen, schade herstellen en zand en losse aarde van de putting green verwijderen. Er is geen straf om per ongeluk een bal of balmarker te doen bewegen op de putting green.
13.1a

Wanneer is een bal op de putting green

Een bal is op de putting green wanneer enig deel van de bal:
  • De putting green raakt, of
  • Op of in iets ligt (zoals een los natuurlijk voorwerp of een obstakel) en zich binnen de grens van de putting green bevindt.
Als een deel van de bal zowel op de putting green als in een ander gebied van de baan is, zie Regel 2.2c.
13.1b

Bal op de putting green markeren, opnemen en schoonmaken

Een bal op de putting green mag worden opgenomen en schoongemaakt (zie Regel 14.1). De ligplaats van de bal moet worden gemarkeerd vooraleer hij wordt opgenomen (zie Regel 14.1) en de bal moet worden teruggeplaatst op zijn originele ligplaats (zie Regel 14.2).
13.1c

Verbeteringen toegestaan op de putting green

Tijdens een ronde en terwijl het spel geschorst is onder Regel 5.7a, mag een speler deze twee acties ondernemen op de putting green, ongeacht of de bal zich op of buiten de putting green bevindt: (1) Zand en losse aarde verwijderen. Zand en losse aarde op de putting green mogen zonder straf worden verwijderd. (2) Schade herstellen. Een speler mag schade aan de putting green zonder straf herstellen door redelijke acties te ondernemen om de putting green zo goed mogelijk in zijn originele staat te herstellen, maar enkel:
  • Met diens hand, voet of ander lichaamsdeel of met een normale pitchfork, tee, club of soortgelijk onderdeel van de normale uitrusting, en
  • Zonder het spel onredelijk op te houden (zie Regel 5.6a).
Maar als de speler de putting green verbetert door acties uit te voeren die verder gaan dan wat redelijk is om de putting green in zijn originele staat te herstellen (zoals een paadje naar de hole creëren of een niet toegestaan voorwerp gebruiken), krijgt de speler de algemene straf voor overtreding van Regel 8.1a. “Schade aan de putting green” betekent elke schade veroorzaakt door welke persoon ook (inclusief de speler) of externe invloed, bijvoorbeeld:
  • Pitchmarks, beschadiging door schoenen (zoals spike marks) en krassen of inkervingen veroorzaakt door de uitrusting of een vlaggenstok.
  • Oude holepluggen, grondproppen, naden van gesneden graszoden en krassen of inkervingen van onderhoudsgereedschap of voertuigen.
  • Sporen van dieren of hoefinslagen, en
  • Ingebedde voorwerpen (zoals een steen, eikel, hagel of tee) en de inkepingen door deze veroorzaakt.
Maar “schade aan de putting green” omvat geen schade of condities die het gevolg zijn van:
  • Normale methoden voor het onderhoud van de globale staat van de putting green (zoals beluchtingsgaatjes en groeven door verticaal maaien).
  • Irrigatie of regen of andere natuurkrachten.
  • Natuurlijke onvolkomenheden van het oppervlak (zoals onkruid of zones met kale of zieke plekken of ongelijkmatige groei), of
  • Natuurlijke slijtage van de hole.
13.1d

Wanneer bal of balmarker beweegt op de putting green

Er zijn twee specifieke Regels voor een bal of balmarker die beweegt op de putting green. (1) Geen straf om per ongeluk de bal te doen bewegen. Er is geen straf als de speler, de tegenstander of een andere speler bij strokeplay per ongeluk de bal of balmarker van de speler op de putting green beweegt. De speler moet:
  • De bal op zijn originele ligplaats terugplaatsen (die moet worden geschat als ze niet gekend is) (zie Regel 14.2), of
  • Een balmarker plaatsen om die originele ligplaats te markeren.
Uitzondering – De bal moet worden gespeeld zoals hij ligt wanneer de bal begint te bewegen tijdens de backswing of tijdens een slag en de slag wordt voltooid (zie Regel 9.1b). Als de speler of tegenstander opzettelijk de bal of balmarker van de speler op de putting green opneemt, zie Regel 9.4 of Regel 9.5 om te zien of er een straf is.
(2) Wanneer een bal terugplaatsen die door natuurkrachten is bewogen. Als natuurkrachten de bal van een speler op de putting green doen bewegen, is de plaats vanwaar de speler vervolgens moet spelen afhankelijk van het feit of de bal reeds opgenomen en teruggeplaatst was op de putting green (zie Regel 14.1):
  • Bal reeds opgenomen en teruggeplaatst. De bal moet worden teruggeplaatst op de plek waarvan hij werd bewogen (die moet worden geschat als deze niet gekend is) (zie Regel 14.2), ook als hij werd bewogen door natuurkrachten en niet door de speler, de tegenstander of een externe invloed (zie Regel 9.3, Uitzondering).
  • Bal nog niet opgenomen en teruggeplaatst. De bal moet vanaf zijn nieuwe ligplaats worden gespeeld (zie Regel 9.3).
Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 13.1d: Algemene straf onder Regel 14.7a.
13.1e

Greens niet opzettelijk testen

Tijdens een ronde en terwijl het spel geschorst is onder Regel 5.7a, mag een speler niet met opzet één van deze acties ondernemen om de putting green of een verkeerde green te testen:
  • Over het oppervlak wrijven, of
  • Een bal rollen.
Uitzondering – Greens testen tussen twee holes: Tussen twee holes mag een speler over het oppervlak wrijven of een bal rollen op de putting green van de zojuist voltooide hole en elke oefengreen (zie Regel 5.5b). Straf om de putting green of een verkeerde green te testen in overtreding van Regel 13.1e: Algemene straf. Zie Commissieprocedures, Sectie 8; Model Lokale Regel I-2 (de Commissie mag een Lokale Regel uitvaardigen die een speler verbiedt een bal te rollen op de putting green van de zojuist voltooide hole.)
13.1f

Voor een verkeerde green moet worden uitgeweken

(1) Betekenis van hinder door verkeerde green. Hinder onder deze Regel bestaat wanneer:
  • Enig deel van de bal van de speler een verkeerde green raakt of ergens op of in ligt (zoals een los natuurlijk voorwerp of een obstakel) en zich binnen de grens van een verkeerde green bevindt, of
  • Een verkeerde green fysiek de ruimte voor de voorgenomen stand of voorgenomen swing van de speler hindert.
(2) Verplicht uitwijken. Als er hinder is door een verkeerde green, mag een speler de bal niet spelen zoals hij ligt. In plaats daarvan moet de speler vrij uitwijken door de originele bal of een andere bal in dit uitwijkgebied te droppen (zie Regel 14.3):
  • Referentiepunt: het dichtstbijzijnde punt voor volledig uitwijken in hetzelfde gebied van de baan waar de originele bal tot stilstand kwam.
  • Grootte van het uitwijkgebied gemeten vanaf het referentiepunt: één clublengte, maar met deze beperkingen:
  • Beperkingen op de locatie van het uitwijkgebied:
    • Moet in hetzelfde gebied van de baan als het referentiepunt zijn.
    • Mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt, en
    • Voor alle hinder door de verkeerde green moet volledig uitgeweken worden.
(3) Niet uitwijken wanneer het duidelijk onredelijk is. Er is geen recht om uit te wijken onder Regel 13.1f als er enkel sprake is van hinder omdat de speler een club, type van stand of swing of speelrichting kiest die onder de omstandigheden duidelijk onredelijk is. Straf om een bal van een verkeerde plaats te spelen in overtreding van Regel 13.1: Algemene straf onder Regel 14.7a. Zie Commissieprocedures, Sectie 8; Model Lokale Regel D-3 (de Commissie mag een Lokale Regel uitvaardigen die niet toestaat om uit te wijken voor een verkeerde green die enkel de ruimte voor de voorgenomen stand hindert).
13.2

De vlaggenstok

Doel van de Regel: Deze Regel beschrijft de keuzemogelijkheden die de speler heeft voor het omgaan met de vlaggenstok. De speler mag de vlaggenstok in de hole laten staan of (laten) verwijderen (dit omvat ook iemand die de vlaggenstok bewaakt en verwijdert nadat de bal gespeeld is), maar moet beslissen vooraleer een slag te doen. Er is normaal gezien geen straf als een bal in beweging de vlaggenstok raakt.
Deze Regel is van toepassing op een bal die van om het even waar op de baan wordt gespeeld, zowel op of buiten de putting green.
13.2a

Vlaggenstok in de hole laten staan

(1) De speler mag de vlaggenstok in hole laten staan. De speler mag een slag doen met de vlaggenstok in de hole, zodat het mogelijk is dat de bal in beweging de vlaggenstok raakt. De speler moet dit beslissen vooraleer de slag te doen, door:
  • De vlaggenstok in de hole te laten zoals hij staat of hem te centreren in de hole en daar te laten, of
  • Een verwijderde vlaggenstok terug in de hole te (laten) plaatsen.
In beide gevallen:
  • De speler mag niet proberen een voordeel te behalen door de vlaggenstok opzettelijk in een andere positie te plaatsen dan gecentreerd in de hole.
  • Als de speler dat toch doet en de bal in beweging raakt dan de vlaggenstok, krijgt die de algemene straf.
(2) Geen straf als de bal de vlaggenstok in de hole raakt. Als de speler een slag doet met de vlaggenstok in de hole en de bal in beweging raakt dan de vlaggenstok:
  • Is er geen straf (behalve zoals bepaald in (1)), en
  • De bal moet worden gespeeld zoals hij ligt.
(3) Beperking voor speler die vlaggenstok beweegt of verwijdert uit de hole terwijl de bal in beweging is. Na het doen van een slag met de vlaggenstok in de hole:
  • Mogen de speler en diens caddie de vlaggenstok niet opzettelijk bewegen of verwijderen om te beïnvloeden waar de spelers bal in beweging tot stilstand zou kunnen komen (zoals om te voorkomen dat de bal de vlaggenstok raakt). Als dit wordt gedaan, krijgt de speler de algemene straf.
  • Maar er is geen straf als de speler de vlaggenstok in de hole laat bewegen of verwijderen voor een andere reden, zoals wanneer die redelijkerwijs vermoedt dat de bal in beweging de vlaggenstok niet zal raken vooraleer tot stilstand te komen.
(4) Beperking voor andere spelers die de vlaggenstok bewegen of verwijderen wanneer de speler heeft besloten om hem in de hole te laten staan. Wanneer de speler de vlaggenstok in de hole heeft laten staan en niemand toestemming heeft gegeven om de vlaggenstok te bewaken (zie Regel 13.2b(1)), mag een andere speler de vlaggenstok niet opzettelijk bewegen of verwijderen om te beïnvloeden waar de spelers bal in beweging tot stilstand zou kunnen komen.
  • Als een andere speler of diens caddie dit doet vóór of tijdens de slag en de speler de slag doet zonder zich hiervan bewust te zijn, of dit doet terwijl de bal van de speler in beweging is na de slag, krijgt die andere speler de algemene straf.
  • Maar er is geen straf als de andere speler of diens caddie de vlaggenstok beweegt of verwijdert voor een andere reden, zoals wanneer die:
    • Redelijkerwijs vermoedt dat de spelers bal in beweging de vlaggenstok niet zal raken vooraleer tot stilstand te komen, of
    • Niet beseft dat de speler op het punt staat te spelen of dat de bal van de speler in beweging is.
Zie Regels 22.2 (in Foursomes, mag elke partner voor de partij optreden en een actie door de partner wordt beschouwd als een actie van de speler); 23.5 (in Vierbal, mag elke partner voor de partij optreden en een actie door de partner betreffende de bal of uitrusting van de speler wordt beschouwd als een actie van de speler).
13.2b

Vlaggenstok uit de hole verwijderen

(1) Speler mag de vlaggenstok (laten) verwijderen uit de hole. De speler mag een slag doen zonder de vlaggenstok in de hole, zodat diens bal in beweging de vlaggenstok in de hole niet kan raken. De speler moet dit beslissen vooraleer de slag te doen, door:
  • De vlaggenstok uit de hole te (laten) verwijderen vooraleer de bal te spelen, of
  • Iemand toestemming te geven om de vlaggenstok te bewaken, wat betekent door:
    • De vlaggenstok in, boven of naast de hole te houden vóór de slag om de speler te tonen waar de hole is, en
    • De vlaggenstok te verwijderen gedurende de slag of nadat de slag is gedaan.
De speler wordt verondersteld toelating te hebben gegeven om de vlaggenstok te bewaken als:
  • De caddie van de speler de vlaggenstok in, boven of naast de hole houdt of vlak naast de hole staat wanneer de slag wordt gedaan, zelfs als de speler niet beseft dat de caddie dit doet.
  • De speler iemand anders vraagt om de vlaggenstok te bewaken en die persoon dat doet, of
  • De speler ziet dat iemand anders de vlaggenstok in, boven of naast de hole houdt of vlak naast de hole staat, en de speler de slag doet zonder die persoon te vragen om weg te gaan of de vlaggenstok in de hole te laten staan.
(2) Handelwijze als een bal de vlaggenstok of persoon die de vlaggenstok bewaakt raakt. Als de spelers bal in beweging een vlaggenstok raakt die de speler wilde laten verwijderen onder (1), of de persoon die de vlaggenstok bewaakt raakt (of iets dat de persoon vasthoudt), hangt het ervan af of dit per ongeluk of opzettelijk gebeurde:
  • Bal raakt per ongeluk de vlaggenstok of de persoon die hem heeft verwijderd of aan het bewaken is. Als de spelers bal in beweging per ongeluk de vlaggenstok raakt of de persoon die hem heeft verwijderd of aan het bewaken is (of iets dat de persoon vasthoudt), is er geen straf en moet de bal worden gespeeld zoals hij ligt.
  • Bal opzettelijk van richting veranderd of gestopt door persoon die de vlaggenstok bewaakt. Als de persoon die de vlaggenstok bewaakt opzettelijk de spelers bal in beweging van richting doet veranderen of stopt, is Regel 11.2c van toepassing:
    • Vanwaar bal dient gespeeld. De speler mag de bal niet spelen zoals hij ligt en moet in plaats daarvan uitwijken onder Regel 11.2c.
    • Wanneer is er straf. Als de persoon die de bal opzettelijk van richting heeft veranderd of gestopt een speler of diens caddie was, krijgt die speler de algemene straf voor overtreding van Regel 11.2.
“Opzettelijk van richting doen veranderen of stoppen” betekent voor de doeleinden van deze Regel hetzelfde als in Regel 11.2a, en houdt in dat, wanneer de spelers bal in beweging:
  • Een verwijderde vlaggenstok raakt die opzettelijk was gepositioneerd of op een bepaalde plaats op de grond was achtergelaten zodat hij de bal zou kunnen van richting doen veranderen of stoppen.
  • Een bewaakte vlaggenstok raakt die de persoon opzettelijk niet uit de hole of uit de weg van de bal haalde, of
  • De persoon raakt die de vlaggenstok bewaakte of verwijderde (of iets dat de persoon vasthield), wanneer die opzettelijk niet uit weg van de bal ging.
Uitzondering – Beperkingen op het opzettelijk bewegen van de vlaggenstok om een bal in beweging te beïnvloeden (zie Regel 11.3). Zie Regels 22.2 (in Foursomes, mag elke partner voor de partij optreden, waarbij een actie door de partner wordt beschouwd als een actie van de speler); 23.5 (in Vierbal, mag elke partner voor de partij optreden, waarbij een actie door de partner betreffende de bal of uitrusting van de speler wordt beschouwd als een actie van de speler).
13.2c

Bal ligt tegen de vlaggenstok in de hole

Als de bal van een speler tot stilstand komt tegen de vlaggenstok in de hole:
  • Als enig deel van de bal zich in de hole onder het oppervlak van de putting green bevindt, wordt de bal beschouwd als uitgeholed, zelfs als de hele bal niet onder het oppervlak is.
  • Als er zich geen deel van de bal in de hole onder het oppervlak van de putting green bevindt:
    • Is de bal is niet uitgeholed en moet hij worden gespeeld zoals hij ligt.
    • Als de vlaggenstok wordt verwijderd en de bal daarbij beweegt (of hij nu in de hole valt of van de hole weg beweegt), is er geen straf en de bal moet worden teruggeplaatst op de rand van de hole (zie Regel 14.2).
Straf om een bal van een verkeerde plaats te spelen in overtreding van Regel 13.2c: Algemene straf onder Regel 14.7a. Bij strokeplay is de speler gediskwalificeerd als die niet uitholet zoals vereist onder Regel 3.3c.
13.3

Bal hangt over de hole

13.3a

Wachttijd om te zien of de overhangende bal in de hole valt

Als enig deel van de bal van een speler over de rand van de hole hangt:
  • Krijgt de speler een redelijke tijd om de hole te bereiken en mag dan nog tien seconden wachten om te zien of de bal in de hole valt.
  • Als de bal binnen deze wachttijd in de hole valt, heeft de speler uitgeholed met de vorige slag.
  • Als de bal binnen deze wachttijd niet in de hole valt:
    • Wordt de bal geacht stil te liggen.
    • Als de bal dan in de hole valt vooraleer hij wordt gespeeld, heeft de speler uitgeholed met de vorige slag, maar aan de score voor de hole wordt één strafslag toegevoegd.
13.3b

Handelwijze als de overhangende bal wordt opgenomen of bewogen vooraleer de wachttijd is verstreken

Als een bal die over de hole hangt, wordt opgenomen of bewogen anders dan door natuurkrachten, vooraleer de wachttijd onder Regel 13.3a afgelopen is, wordt de bal behandeld alsof hij tot stilstand is gekomen:
  • De bal moet worden teruggeplaatst op de rand van de hole (zie Regel 14.2), en
  • De wachttijd onder Regel 13.3a is niet langer van toepassing op de bal. (Zie Regel 9.3 voor de handelwijze als de teruggeplaatste bal daarna wordt bewogen door natuurkrachten.)
Als de tegenstander bij matchplay of een andere speler bij strokeplay opzettelijk de bal die over de hole hangt opneemt of beweegt vooraleer de wachttijd afgelopen is:
  • Bij matchplay wordt de bal van de speler beschouwd als uitgeholed met de vorige slag en is er geen straf voor de tegenstander onder Regel 11.2b.
  • Bij strokeplay krijgt de speler die de bal heeft opgenomen of bewogen de algemene straf (twee strafslagen). De bal moet op de rand van de hole worden teruggeplaatst (zie Regel 14.2).
MEER ONTDEKKEN
Regel 1Het spel, spelersgedrag en de Regels
Doel van de Regel: Regel 1 introduceert volgende centrale spelprincipes voor de speler: Speel de baan zoals je ze vindt en speel de bal zoals hij l...
Lees meer